Met een academische omweg naar een ambacht
Teun’s vader runde tientallen jaren een breed georiënteerd klusbedrijf, dus een opleiding tot timmerman lijkt achteraf heel logisch. Toch dacht hij zelf veel meer aan een ambitieuze theoretische opleiding. En omdat geschiedenis hem van jongs af aan al interesseerde, werd het de specialisatie Stads- en Architectuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Toch kwam Teun er steeds meer achter dat hij de manier van werken – dagenlang achter een beeldscherm – heel vermoeiend vond. Tijdens een vakantie, via whooff.net, werkte hij met een groep aan een duurzaam gebouw op een organische boerderij in Duitsland. Daar merkte hij dat hij, na een lange dag van fysieke arbeid, energie overhad. Dat zette hem aan het denken over een timmeropleiding, want “hout is wel het leukste en mooiste materiaal om mee te werken.” Op aanraden van zijn scriptiebegeleider kwam hij via de Stichting ERM bij de opleiding THR terecht. Daar heeft hij geen spijt van.
Eerste indrukken
Hoewel de opleiding pas een paar weken draait is Teun tevreden met zijn keuze. “Het is heel leuk om ambachtelijk te beginnen – met zaag en beitel – en van daaruit meer te leren. De docenten zijn heel relaxed en helpen je waar ze kunnen, en ik wil graag veel leren. Ik heb de afgelopen tijd ook met mijn vader meegelopen. Van hem heb ik geleerd dat, vooral bij monumenten, veel maatwerk is en dat creativiteit heel belangrijk is. Mijn vader vindt het superleuk dat ik dit nu doe. Die laat me ook regelmatig dingen zien, waar ik weer veel van leer.”
Toekomstplannen
“Hout is wel echt het leukste”, vertelt hij enthousiast. “Het staat heel dicht bij de natuur, het is een duurzaam, levend materiaal en elke houtsoort heeft weer andere toepassingen. Dat maakt het boeiend. Het is mooi dat dit een brede opleiding is, maar ik wil graag naar het houtambacht toe. De andere onderwerpen, zoals de digitale technieken, zijn ook belangrijk, maar mijn ambitie is specialist te worden op het gebied van hout,” zegt de Nijmegenaar zonder blikken of blozen. “Het liefst ga ik daarom volgend jaar de BBL (Beroeps Begeleidende Leerweg) doen, waar je vier dagen per week aan monumenten werkt en één dag naar school gaat. Ik wil ook het handgereedschap echt goed leren kennen en zelf onderhouden. Dan weet je ook hoe het zich gedraagt onder verschillende omstandigheden. Ik wil leren werken in contact met de omgeving, het materiaal en het weer.”