De hypermoderne wereld van het monumentenglas

14 mei 2020

De restauratiewereld is verre van saai en stoffig. Als er, in deze tijden van (energie)transitie, ergens vernieuwing plaatsvindt, dan is het hier wel. Duurzaamheidsmaatregelen worden ook bij monumenten steeds belangrijker. Want als je niet verduurzaamt, dan wordt je monument op termijn onbetaalbaar. De verrassende wereld van het glas speelt daarin een belangrijke rol.

Monumentenglas

We kennen allemaal de voordelen van dubbel of zelfs drievoudig glas in moderne huizen. Die voordelen zie je direct terug in je energierekening. Maar hoe zorg je er nou voor dat je goed isolerend, historisch glas op een mooie manier in een monument toepast? We spreken met Raimond Te Morsche van Schildersbedrijf Te Morsche en met Bart Vroegh van Stolker Glas, voor een klein inkijkje in de hypermoderne wereld van het monumentenglas.

Schildersbedrijf Te Morsche

Als eigenaar van het gelijknamige Gelderse Kennis & Kunde-bedrijf werkt Raimond Te Morsche al zo’n 20 jaar met monumentenglas. “Bij monumenten, zoals Kasteel Middachten en Kasteel Reuversweerd werken we veel met de dunnere variant van 7 mm glas,” zegt Te Morsche. “Dat zijn twee glasplaten van 2 mm met een spouw van 3 mm ertussen. Dat maakt het heel goed te verwerken in monumenten, waar gewoon dubbel glas niet gebruikt kan worden. Want dat is in ieder geval geen gezicht, en vaak is het verboden.” Het past natuurlijk niet altijd meteen naadloos, maar dat is volgens Te Morsche geen probleem. “Soms moeten we de sponning een klein beetje aanpassen, maar dat zie je niet. We proberen met de kleur en de productiemethode zoveel mogelijk terug te gaan naar de bloeiperiode van het monument. Soms is dat in het bestek al voorgeschreven, maar vooral bij particuliere eigenaren gaan we om de tafel om het beste glas uit te zoeken.”

Stolker Glas

Dat glas niet zomaar glas is, zeker bij monumenten, vraagt om uitleg. We bellen daarvoor met Bart Vroegh van Stolker Glas. Zij leveren met Monuglas® een passende, isolerende, beglazing voor monumenten.
Qua uitstraling zijn er verschillende mogelijkheden:
– Modern (nagenoeg vlak glas van na 1960 )
– Classic (klassiek glas met een lichte vertekening, van tussen 1920 en 1960 )
– Historic (ambachtelijke glas met vertekening, reliëf en verkleuring, van vóór 1920)

Maar er zijn meer bepalende factoren:
– De helderheid van het glas (LTA-waarde). Hoe hoger de LTA waarde, des te meer lichtdoorlatend.
– De isolatiewaarde, die kan worden bepaald voor verschillende soorten edelgas – Argon, Krypton en Xenon –  te gebruiken i.c.m. warmte-isolerende coatings.
– De zonwerende waarde (ZTA waarde). Met een zonwerende coating kan de warmtetoetreding door de zon worden verminderd.

Nog meer factoren

Om het allemaal nog ingewikkelder te maken noemt Vroegh nog een aantal andere factoren. “Letselveiligheid, doorvalveiligheid en dergelijke, zijn zaken die kunnen meespelen. Bij musea kan UV-wering van belang zijn om schade door UV-licht te voorkomen. Voor particulieren kunnen weer andere zaken belangrijk zijn, zoals inbraakwerendheid.  En uiteindelijk is de prijs natuurlijk van belang.” Zo blijkt dat er een wereld schuilgaat achter ‘nieuwe ruitjes inzetten’, zeker in een monument. “Het is altijd een samenspel tussen (de wensen en het budget van) de opdrachtgever, architect, projectleider, glaszetter en glasproducent”, volgens Vroegh. “Dat maakt het ingewikkeld, maar ook heel boeiend.” En dus zeker niet saai en stoffig.

Terug naar overzicht